Het brandveilig maken van een theater is vergt niet alleen technologie, maar ook creativiteit. Als er tijdens een voorstelling bijvoorbeeld spectaculaire theaterrook wordt gebruikt, wil je niet dat het brandalarm afgaat. Maar het alarm liever ook niet uitschakelen. Jeroen Feelders, Hoofd Facilitair bij Het Nationaal Theater, legt uit hoe zijn team en Ascom gezamenlijk een brandveilig theater realiseerden.
De Koninklijke Schouwburg in Den Haag is niet zomaar een theater. Dit karakteristieke gebouw is namelijk oorspronkelijk gebouwd als paleis voor de zwager van stadhouder Willem de vijfde. Pas begin 1800 is het pand omgebouwd tot theater. Deze oorsprong maakt dat het theater veel aparte ruimtes heeft, wat het gebouw enigszins onoverzichtelijk maakt. Het brandveilig houden van het theater was vooral in de beginjaren een uitdaging, want in zowel 1902 als in 1997 moest het theater worden gesloten wegens brandgevaar. Inmiddels zorgen geavanceerde branddetectie- en alarmsystemen ervoor dat dit prachtige, complexe monument geheel brandveilig is.
De aanleiding van een nieuwe brandmeldinstallatie in de schouwburg was ouderdom van de bestaande installatie, deze hing er namelijk al zo’n vijftien jaar. Het voordeel van een systeem dat zijn uiterlijke levensduur raakt, is dat je vanaf de basis een nieuw systeem kunt bouwen met de nieuwste technieken, in plaats van het compatibel maken met de huidige installatie. Er zijn in de tussentijd tenslotte veel innovatieve branddetectie- en alarmeringstechnieken ontwikkeld. En die innovatiekracht is juist bij een oud monumentaal gebouw nodig.
In een gebouw van circa 300 jaar oud, wat de Koninklijke Schouwburg is, kun je bijvoorbeeld niet zomaar hakken en breken om een extra nooddoorgang te maken. Veel muren zijn namelijk bijna een halve meter dik. Daarnaast is het gebouw door alle verschillende vertrekken minder overzichtelijk. Om toch goed overzicht te hebben tijdens een calamiteit, maakt de Koninklijke Schouwburg inmiddels gebruik van Ascom’s Autromaster, dit is een uitgebreid en geïntegreerd managementsysteem voor calamiteiten, dat een duidelijk visueel overzicht geeft van het gebouw. Zowel het brandmeld- als het ontruimingssysteem zijn in dit systeem geïntegreerd, waardoor gebruikers van het eerste vooralarm tot het managen van een ontruiming ondersteund worden.
Daarnaast is ook het luchtbehandelsysteem geïntegreerd. Feelders: “Bij een detectie van brand wordt er op volle kracht rook afgezogen en verse buitenlucht in het gebouw geblazen. De meeste slachtoffers bij brand ontstaan niet door vuur maar door rook.. Daarnaast schuiven er bij brand grote deuren uit de wand die grote ruimtes opsplitsen, zodat je zorgt voor een goede compartimentering. De oplossing van Ascom is dus verweven in het gehele gebouw.”
Maar niet alleen overzicht is belangrijk bij het brandveilig maken van een theater. De voorstellingen zelf en het decor spelen ook een rol, denk aan het fenomeen theaterrook. Hoe weet een brandalarm dat deze rook alleen voor de voorstelling is? Deze rook gedraagt zich namelijk hetzelfde als rook veroorzaakt door brand. Feelders: “In de oude situatie schakelden we de rookmelders boven het podium en de zaal tijdens de voorstelling tijdelijk uit en plaatsten we een ‘brandwacht’ op het zijtoneel: een persoon die het podium tijdens de voorstelling in de gaten houdt. Dat is natuurlijk ook een oplossing, maar niet zo waterdicht als wat we nu hebben.”
In de nieuwe situatie worden de rookmelders nog steeds uitgeschakeld tijdens de voorstelling, maar in plaats daarvan blijven vlammenmelders actief. Dit zijn kleine ‘camera’s’ die hitte zien. Er zijn in totaal vier vlammenmelders die het toneel in de gaten houden en twee zijn gericht op de zaal.
Naast branddetectie is ook alarmering cruciaal bij brandontwikkeling. Binnen de schouwburg wordt gebruik gemaakt van stille alarmering. Het laatste dat je wilt in een gebouw is paniek, zowel bij een valse als een ‘echte’ brandmelding. Daarom gaat er in veel gevallen niet meteen het luid alarm af, maar krijgen aanwezige BHV-ers via een mobiele device (een DECT-handset) een automatisch gegenereerde notificatie met de precieze locatie van de melding.
Feelders: “Bij een melding schakelen we eerst intern en bekijken we of er daadwerkelijk sprake is van brand en of ontruiming nodig is. In het laatste geval zorgen we dat we op de juiste posities staan, zodat we de bezoekers efficiënt en veilig naar buiten kunnen begeleiden. Maar we moeten niet vergeten dat er toch wel regelmatig sprake is van een vals alarm. Bijvoorbeeld een medewerker die onder een melder met een stoomstrijkijzer zijn kostuum staat te strijken.”
De enige uitzondering op deze stille ontruimingswerkwijze is als er iemand een handmelder indrukt. Feelders: “In zo’n geval is er vrijwel altijd sprake van daadwerkelijke brandontwikkeling en slaan we direct alarm.” Het grootste voordeel van slimme ontruiming is niet alleen dat je onnodig paniek voorkomt, maar ook dat wanneer er wél ontruiming nodig is, je deze gecontroleerd kunt begeleiden.
Hoewel het managementsysteem, de brandmeldinstallatie en het alarmsysteem de basis vormen van de oplossing van Ascom, is dat niet het enige waar het om draait. De weg naar die oplossing toe is voor een theater minstens zo belangrijk. Feelders: “Toen dit project gaande was, was het theater gewoon 18 uur per dag in bedrijf. Die specifieke omstandigheid vraagt veel van een planning. "Om dit mogelijk te maken werkten de technici van Ascom met specifieke planningen waarbij er voor gebouwdelen onderscheid gemaakt werd tussen: ‘je kunt er gewoon werken’, ‘je kunt er alleen zachtjes werken’ en ‘je kunt er niet werken’. Feelders: “Natuurlijk wijzigde deze planning ook constant door bijvoorbeeld een extra ingeplande voorstelling of verhuring, planners en installateurs moesten zich dus voortdurend aanpassen.”
Het resultaat van het vernieuwde brandmeldsysteem in het theater is niet alleen een totaaloplossing als het gaat om brandveiligheid; maar ook een goed beheersbare installatie. Feelders: “Ascom meet tijdens het onderhoud de bevuilingsgraad van onze rookmelders. Als deze graad te hoog is, wordt de melder preventief vervangen. Zulke technologie is voor ons extra belangrijk omdat we zo voorkomen dat er storingen optreden tijdens voorstellingen.”
Daarnaast is het ook fijn dat de oplossingen van Ascom geïntegreerd kunnen worden in bestaande systemen. Feelders: “Zo hebben we bijvoorbeeld in de kleedkamers en gangen de ontruimingsinstallatie (slow whoops) kunnen koppelen aan de omroep- en toneelafluisterinstallatie zodat we via de speakers bijvoorbeeld ook artiesten kunnen oproepen: ‘Over vijf minuten aanvang’.”
Het creatief koppelen en gebruiken van systemen is typerend voor het theatervak. Een voorstelling is namelijk altijd anders. Feelders: “Zo staat er een première op de planning waarbij de zaal en het toneel omgedraaid worden, het publiek zit dan dus op het toneel en de show speelt zich af in de zaal. Op zo’n moment loop je al direct tegen praktische uitdagingen aan: de vlamdetectie staat bijvoorbeeld vooral op het toneel gericht en daar speelt de voorstelling zich nu niet af. Dat laat goed zien dat de theaterwereld dynamisch is, je moet goed ‘out the box’ kunnen denken.”