Hoe bied je bewoners met dementie een veilige woonomgeving met zoveel mogelijk behoud van privacy en eigen regie? Hoe voorkom je onnodige controles tijdens de nachtelijke uren? En hoe benut je data over beweeggedrag om de zorg aan ouderen te verbeteren? Bij Voltawerk in Gorredijk, onderdeel van ZuidOostZorg in Friesland, is dit gesneden koek.
Verschenen in ICT&Health, editie 4 - 2020
Technologie is alleen zinvol als het bijdraagt aan het leveren van de juiste zorg op de juiste plek door de juiste persoon. Dat is de rode draad in het innovatiebeleid van ZuidOostZorg, een aanbieder van thuiszorg, behandeling en langdurige zorg op 13 locaties.
Bij die visie bleek de toepassing Unite SmartSense van Ascom goed aan te sluiten, stelt Hennie de Vries-Merkus. Zij werkt als verpleegkundige geriatrie/gerontologie dagelijks met het systeem, dat gebruik maakt van sensoren en slimme algoritmen. “Dat was voor ons een compleet nieuwe manier van werken. We werkten eerst met paaltjes met infraroodmelding. Die doen het altijd. Maar dat is zowel een voor- als een nadeel, met vaak een loos alarm. Je weet niet wat er op de bewonerskamer aan de hand is bij een melding. Nu weten we dat veel beter.”
Op de locatie Voltawerk in Gorredijk wonen mensen met dementie in een huiselijke om- geving. Er zijn vier woongroepen van negen kamers en elke woongroep heeft een gezellige huiskamer. Alle 36 kamers zijn voorzien van sensortechnologie. Onder het matras ligt een bedsensor, die registreert of een bewoner in of uit bed stapt. In de zit-slaapkamer bevinden zich bewegingssensoren.
Voor mensen met dementie is dat helemaal lastig. In de eerste weken stellen de zorg- medewerkers daarom meldingen in zonder vertraging. Staat een bewoner op uit bed, dan krijgen ze gelijk een bericht en kunnen gaan kijken of het goed gaat. Als iemand na verloop van een aantal weken de weg weet te vinden, kan de vertraging op 10 minuten of langer worden ingesteld.
“Daardoor staan we niet onnodig zomaar in iemands kamer”, vertelt De Vries. “Niet elke bewoner is ervan gediend dat er gelijk een zorgverlener aan het bed staat. Dit systeem biedt mensen meer ruimte om hun eigen gang te gaan, met behoud van veiligheid. Voorkómen dat iemand valt, kunnen we niet. Maar we willen niet dat iemand uren op de grond ligt voor hij gevonden wordt.”
“We vragen familieleden, of beter de eerste contactpersoon, ook altijd toestemming om de sensoren te mogen gebruiken. Dat is nooit een bezwaar. Ze geven zelf aan dat de gedachte dat er over hun vader of moeder wordt gewaakt, hen rust geeft.”
De invoering volgde op een pilot die in 2018 van start ging. Rob Hoogland, Solution Con- sultant bij Ascom, weet dat het invoeren van zo’n technologische vernieuwing aandacht vraagt. “We zijn een technisch georiënteerd bedrijf. Dan is het heel belangrijk om mede- werkers vooraf te trainen en mee te nemen in de innovatie. Corien Veeneman, betrokken als organisatieconsultant bij implementaties van Ascom, heeft de zorgmedewerkers hierin begeleid en heeft ook meegelopen in de avond en de nacht.”
De gangbare manier van werken in Gorredijk was: een vast aantal keer per nacht bij elke bewoner langsgaan om te kijken hoe het ermee ging. 36 keer deur open, deur dicht. Tot de volgende ronde. Ineens neemt een systeem dit over. Dit ging technisch niet meteen goed, merkte Hoogland. ”We kozen er daarom voor om tijdelijk de oude infraroodpaaltjes te activeren. Dus eerst een stapje terug. Daarna zijn er technische verbeteringen aangebracht, kwam er extra scholing en gingen acht kamers ‘om’ op SmartSense. Dat beviel zo goed, dat de zorg zelf vroeg om uitbreiding.”
Dit was voor ons een compleet nieuwe manier van werken. We werkten eerst met paaltjes met infraroodmelding. Die doen het altijd. Maar dat is zowel een voor- als een nadeel, met vaak een loos alarm. Je weet niet wat er op de bewonerskamer aan de hand is bij een melding. Nu weten we dat veel beter.
De Vries ziet dat de nachtdienst prima met het systeem weet om te gaan en dat de dagdienst aardig op weg is. “Soms gaat er nog een bel, waar dan bewust niet op gereageerd wordt. Dan geef ik aan dat je die in het systeem kunt uitzetten. Of we gaan in gesprek of er andere instellingen nodig zijn voor deze cliënt. We raken er steeds meer aan gewend en mee vertrouwd. In het zorgleefplan van elke bewoner leggen we vast welke instellingen er zijn voor de meldingen. Wijzigingen leggen we ook vast. Zo weet iedereen van elkaar hoe we het beweeggedrag van bewoners monitoren.”
Al deze data kan helpen om de zorg te verbeteren, aldus De Vries. “Neem de mevrouw die elke avond om 21.00 uur naar bed werd geholpen. In de nacht kwam ze steeds uit bed en was onrustig. We kunnen dan onrustmedicatie geven. Maar we vroegen ons af: waar komt die onrust vandaan? Bleek dat ze haar hele leven boerin was geweest. Op de boerderij was het altijd zo druk dat ze pas om middernacht ging slapen. Daarop hebben we het avondprogramma omgegooid en helpen we haar nu als laatste, dus veel later op de avond. De rust is terug en er is nauwelijks medicatie meer nodig. Het mooie is dat je dit effect visueel terug kunt zien in SmartSense.”
Data zijn ook bruikbaar in andere situaties. Het team van Voltawerk bespreekt elke twee weken probleemgedrag van bewoners. Het systeem biedt dan overzicht en dat is objectiever dan een rapportage die ‘uit het hoofd’ wordt geschreven. De Vries: “Zo is er een mevrouw die gedesoriënteerd is in de tijd. Dan open ik SmartSense en zie ik terug dat zij tweemaal in de week ’s middags op bed heeft gelegen en daarnaast ’s nachts goed heeft geslapen. Of een meneer van wie het team het beeld heeft dat hij de hele nacht onrustig zou zijn. Dan zien we in één oogopslag: van 23.00 tot 3.00 uur heeft deze bewoner in bed gelegen en van 3.00 tot 6.00 uur heeft hij rondgelopen. In zulke situaties hebben we dus een objectiever beeld.”
Uitgangspunten voor de pilot waren: een ongestoorde nachtrust voor de bewoners, vrij- heid en veiligheid voor mensen met dementie en verminderen van de werkdruk, met name in de nacht. In het persoonlijk bewonersprofiel is een dagprofiel en een nachtprofiel in te stellen, evenals een leefcirkel voor overdag en een leefcirkel voor ’s nachts. Ook zijn camerabeelden toe te voegen, bij Voltawerk in de gangen en huiskamers. In de SmartSense-app kunnen de beelden direct worden opgeschakeld.
In september evalueren ZuidOostZorg en Ascom de pilot, die feitelijk al is afgerond maar waarvan de ontwikkeling doorloopt. Zo is er de wens om data te koppelen aan het ECD, waarvoor medewerking van de ECD- leverancier nodig is.
ZuidOostZorg heeft de coronapiek goed doorstaan. Geen van de bewoners is ziek geworden. Als er toch een bewoner ziek was geworden, dan zou het mogelijk zijn om het persoonlijk bewonersprofiel aan te passen, waardoor het aantal contacten beperkt zou worden en social distancing gehandhaafd kon worden. Dit is voor de bewonersgroep (mensen met dementie) echter minder geschikt. De meeste mensen met dementie begrijpen het afstand houden niet en zouden er alleen maar onrustig van worden als daar de nadruk op wordt gelegd.