Saturatiemeters, bedsensoren, hartmonitors, beademingsapparaten, wearables. Steeds meer apparatuur levert steeds meer data op, resulterend in een steeds grotere stroom aan meldingen en alarmeringen die de zorgprofessional overspoelen met informatie. In de ideale situatie komen alleen die meldingen bij de verpleegkundige of arts terecht waar hij of zij op dat moment iets mee kan en moet. Minder meldingen op je handset dus, maar wel gerichte.
Dit artikel is verschenen in ICT & Health magazine 3/2022
Het kan, met geavanceerde alarmeringssystemen. Die koppelen data van verschillende apparaten aan elkaar én schatten die op waarde. Head of Workflow Solutions Remco Wijngaarden van Ascom geeft een voorbeeld: “De meeste ziekenhuizen hebben routines ingebouwd om het risico op acute achteruitgang van patiënten door sepsis te minimaliseren, maar het lukt niet altijd om er tijdig bij te zijn. Het is ook lastig om conclusies te trekken met zoveel variabelen. Een slim alarmeringssysteem ziet dat de systolische bloeddruk laag is, de hartslag oploopt, de ademhalingsfrequentie stijgt en er te veel witte bloedcellen zijn en trekt tijdig aan de bel.”
Zo horen er bij iedere patiëntengroep – of iedere aandoening – verschillende sets variabelen die een indicatie kunnen zijn voor een probleem dat alarmering rechtvaardigt. Net zo goed kent iedere aandoening ook beeldvorming waarvoor geen alarmering is vereist. Een klinisch besluitvormingssysteem, ofwel Clinical Decision Support System (CDSS), verzamelt data, koppelt die aan profielen van (groepen) patiënten en alarmeert alleen als het echt nodig is. Wijngaarden: “Een CDSS combineert verschillende vitale waarden uit verschillende apparaten van merken die niet met elkaar communiceren en maakt regels per patiënt om zo tijdig verslechtering te herkennen.” Op acute zorgafdelingen zoals de IC kan daardoor snel worden gereageerd op veranderingen in de toestand van een ernstig zieke patiënt, terwijl op een reguliere afdeling tijdig kan worden ingegrepen om verslechtering te voorkomen.
Slim alarmeren vermindert de cognitieve belasting van zorgprofessionals en levert hen tijd op. Ze hoeven niet meer de hele dag brandjes te blussen die vanzelf ook waren uitgegaan. Maar ook voor de patiënt of cliënt heeft het voordelen, bijvoorbeeld in de ouderenzorg. Sensoren meten hoe vaak een cliënt ’s nachts uit bed gaat. Als een bewoner dat iedere nacht drie keer doet en gewoon weer veilig in bed belandt, hoeft het alarm niet af te gaan. Sterker nog: het alarm kan dan beter afgaan als de cliënt een keer niet opstaat, of als hij of zij langer dan gebruikelijk uit bed blijft. Wijngaarden: “Laatst hoorde ik een mooi voorbeeld uit een verpleeghuis waar een meneer ’s nachts vaak een wandelingetje gaat maken. Als hij uit zijn kamer komt en linksaf slaat, weet de verpleging dat het goed is. Slaat hij rechtsaf, dan wijkt hij af van zijn routine en verdwaalt hij. Alleen dan gaan ze even naar hem toe.”
Slim alarmeren voorkomt dat cliënten onnodig gecontroleerd of wakker gemaakt worden. Wijngaarden: “Als de alarmering goed is ingesteld, zijn bijvoorbeeld vaste nachtrondes niet meer nodig. Dat betekent dat de werkwijze op een afdeling flink op zijn kop kan komen te staan door een nieuw systeem.” Reden voor Ascom om te benadrukken dat implementatie van de techniek alleen niet voldoende is. “Goed advies rond de implementatie is essentieel. Wij hebben onlangs alle consultancy-expertise in onze organisatie gebundeld in een team dat klanten helpt bij het implementatieproces. In de IT-wereld is dat al langer gebruikelijk; in onze branche zie je dat de transitie nog volop gaande is. Maar het is wel een belangrijke ontwikkeling, want als je alleen techniek aanschaft maar je medewerkers niet meeneemt, zal het op teleurstelling uitdraaien. Het systeem kan namelijk zoveel, dat je als verpleegkundige al snel de bomen door het bos niet meer ziet. Neem je mensen niet goed mee bij het inrichten en leren toepassen, dan gaat het niet werken.”
Wij focussen met name op werkprocessen. Zorgprofessionals moeten blij van worden van onze systemen en rust in hun hoofd gaan ervaren.
Het inrichten van een slim alarmsysteem is altijd maatwerk. Wijngaarden: “Als een organisatie met onze systemen gaat werken, organiseren we eerst een aantal workshops. We bekijken daarin de processen op de afdelingen, bespreken om welke groepen patiënten of cliënten het gaat, welke apparatuur er is, etc. We doen soms ook rollenspellen om medewerkers bewust te maken van de processen op de afdeling. Stel dat je bij een patiënt bezig bent met wondverzorging als een alarm afgaat. Hoe maak je dan de inschatting of je daarop reageert of niet? En als je reageert, hoeveel tijd heb je dan nodig om de wondverzorging af te ronden en naar de patiënt met het alarm te gaan? Dat is belangrijke informatie, want als jij niet op het alarm reageert, gaat de melding binnen een bepaalde tijd naar een collega. Als we dat niet goed instellen of medewerkers zijn zich er niet van bewust, gaan er alsnog voortdurend overal alarmen af.”
“Je ziet een ontwikkeling in de zorg van reactief naar proactief”, aldus Wijngaarden. “Klinische besluitvormingssystemen ondersteunen die paradigmaverschuiving. Dat informatie automatisch wordt opgeslagen, regels standaard worden toegepast en de output gepast wordt verdeeld, geeft zorgverleners meer tijd voor hun patiënten en zorgt voor goed klinisch bestuur. Belangrijk is wel dat al vóór de implementatie het gesprek wordt aangegaan met iedereen die met het systeem gaat werken. Wij focussen daarom met name op de werkprocessen. Uiteindelijk moet de verpleegkundige of andere zorgprofessional er blij van worden. Die moet rust in zijn of haar hoofd gaan ervaren. Dan is er meer tijd voor de cliënt of patiënt, die ook meer rust zal ervaren. Je ziet het op IC’s en andere complexe afdelingen, daar zijn zoveel geluiden. Het aanpassen van de alarmeringen past in de ontwikkeling dat zorgomgevingen steeds minder klinisch en meer huiselijk worden. Want we weten dat een rustige, fijne omgeving kan bijdragen aan het herstel.”